Terug naar Kopers vertellen het

Ton Kool

‘Elk gerecht zorgde voor een overweldigende smaaksensatie’

‘Dineren bij De Lindenhof is een intense culinaire beleving. We hebben echt genoten.’ Ton Kool (66) komt bijna woorden tekort om het gastronomisch arrangement naar tweesterrenrestaurant De Lindenhof in Giethoorn te beschrijven. Samen met zijn vrouw Melanie genoot hij van een hoogstaand achtgangendiner, een luxe suite en een tiengangenontbijt.  Ton behaalde op de Evenementen & Leisure Veilingen een voordeel van 317 euro.
 
Het stel uit Brielle arriveerde achter in de middag, checkte in en werd vervolgens ontvangen met een glas champagne in de achtertuin van het restaurant. ‘Op tafel verschenen er allerlei amuses’, vertelt Ton. ‘Heerlijk om zo het diner te beginnen. Zittend op het terras, in het zonnetje, kijkend naar al die prachtige beelden in de tuin, en ondertussen van je champagne nippen en de amuses laten smaken.’
 
Het diner werd in het restaurant voortgezet. ‘Ik kreeg een bouillon van langoustine en krab met een lekker zuurtje, mijn vrouw een stukje hamashi, de Japanse benaming voor geelvinmakreel. Melanie houdt namelijk niet van schaal- en schelpdieren, vandaar dat ze de vis kreeg. En dat waren de volgende twee gerechten ook, een witvis en een gerecht met tongschar, waarna een tortellini gevuld met sukade volgde. Het waren stuk voor stuk schilderijtjes op je bord, klein maar fijn, en elk gerecht zorgde weer voor een nieuwe, overweldigende smaaksensatie. Bizar lekker.’
 
Na de koffie met friandises buiten op het terras en de overnachting in hun suite – ‘Een grote kamer met een terras, een bankstel in de woonkamer, een keukentje met een koffiemachine, een hele grote badkamer, echt geweldig’ – wachtte het echtpaar het fameuze tiengangenontbijt van chef-kok Martin Kruithof. ‘Ik heb het nog eens nageteld, maar volgens mij waren het elf gangen’, zegt de gepensioneerde Ton lachend. ‘Maar dit arrangement was werkelijk geweldig en zeer goed verzorgd. Daarom ben ik ook lid van Privileges, al acht jaar tot volle tevredenheid.’